De batterij opladen
1. Sluit de stekker van de oplader
voorzichtig aan op de aansluiting (1.)
aan de onderzijde van de telefoon.
Opmerking: Aansluiting (2.) is de
aansluiting voor de hoofdtelefoon.
Sluit de hoofdtelefoon niet aan op de
aansluiting voor de oplader. Hierdoor kunt u de aansluiting voor
de oplader beschadigen.
2. Sluit de oplader aan op een gewone wandcontactdoos.
De indicatiebalk voor de batterij begint te schuiven.
De tekst
Batterij wordt opgeladen
wordt kort
weergegeven als de telefoon is ingeschakeld. U kunt de
telefoon tijdens het laden gewoon gebruiken.
Opmerking: Als de batterij helemaal leeg is, duurt het
vaak enkele minuten voordat de indicatiebalk wordt
weergegeven en voordat u de telefoon kunt gebruiken. De
oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte oplader en batterij. Het
laden van een BLB-2-batterij met de ACP-8-lader duurt
ongeveer 1 uur en 40.
18
©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
3. De batterij is volledig opgeladen wanneer de indicator niet meer
beweegt. Als de telefoon is ingeschakeld, wordt bovendien kort
de tekst
Batterij opgeladen
weergegeven.
4. Haal de stekker van de oplader uit de wandcontactdoos en
telefoon.
Als de tekst
Laadt niet op
wordt weergegeven, is het laden
afgebroken. Wacht enkele seconden, maak de stekkers van de
oplader los, sluit deze opnieuw aan en probeer het nogmaals. Als het
opladen nu nog niet lukt, neemt u contact op met uw dealer.
Zie ‘Naslaginformatie’ - ‘Informatie over de batterij’ voor meer
informatie.